ZEVEN

Zeven jaar werd ze vandaag, die oudste dochter van ons. We zijn hier ondertussen in een fase aanbeland waarin de tanden waar we 6 jaar geleden zo enthousiast over waren alweer uitvallen, waar er vragen gesteld worden over de tandenfee en sinterklaas, waarin elke flard van een gesprek wordt opgevangen (“waarover hebben jullie het?”) en waarin de benen elke dag een centimeter lijken te groeien. Langzaamaan lijkt die tiener stilletjes in dat ooit zo kleine lichaampje te sluipen: radslagen worden geoefend, er wordt naar Spotify geluisterd, de Google Nest wordt zelfstanding bediend (“hey Google, speel ‘Het Beste Moet Nog Komen’ van Pommelien Thijs) en er wordt naar school gefietst. ‘t Is zo prachtig om dat opgroeien vanaf de eerste rij mee te maken, om een mens dat ge gemaakt hebt ook een persoon te zien worden met kantjes en talenten, met zwaktes en flaws. Een menske dat vandaag heel de dag haar verjaardagskroon met trots droeg en lief ‘dankuwel’ zei aan iedereen die haar daardoor een gelukkige verjaardag wenste. Ik hoop dat ze deze dag haar leven lang zal ownen.