BRIEF AAN MIJN PEUTER

Lieve Lucy,

Die baby, die ben ik kwijt. Ik kreeg sinds je kan stappen een echt mensenkindje in de plaats, officieel een peuter. Met 11 tanden en een nektapijt. Met een eigen wil en met een woordenschat die zich voorlopig beperkt tot ‘papa’, ‘Coco’ en ‘kaka’. ‘t Is goed, ik wacht wel op die ‘mama’, die komt er wel. Ik, ongeduldigaard eerste klas, heb geleerd om geduld te hebben, jij leert/doet alles op je eigen tijd.

Ik schrijf deze brief omdat ik niet wil vergeten hoe heerlijk ik deze tijd wel niet vind: jij die eindelijk kan gaan en staan waar je wil en wij die onze rug niet moeten breken door met jou aan onze vingers én aan een rottempo te moeten rondwandelen. Jij die bijna alles lust, alles wil proeven (ja, zelfs die Pickles-chips waar je niet van mocht eten) en zo graag met ons mee-eet aan de avonddis. Jij die al in je stoeltje wil kruipen als ik nog maar net achter mijn kookpotten sta. Jij die zwaait wanneer je rond 20u het woord ‘moe’, ‘bedje’ of ‘slapen’ hoort en vervolgens met de grootste glimlach ooit in bed duikt en jij die hem ook weer meteen tevoorschijn tovert wanneer wij het eerste zijn dat je ziet wanneer je wakker bent. Jij die je voetje aangeeft om een schoentje aan te doen, jij die flink op stukjes fruit kauwt en jij met die superfijne fijne motoriek. Jij die niet meer tegenstribbelt wanneer ik je coupe in 2 staartjes wil temmen en die de elastiekjes niet meer uittrekt eenmaal mij dat gelukt is. Jij die bij het minste ritmisch geluid begint te bewegen/dansen, jij die evenveel geniet van (goeie) muziek als je ouders. Jij die nu ook ‘ja’ kan knikken wanneer we vragen of je zin hebt in een ‘flesje’ of ‘boterham’, jij die duidelijk al zo veel begrijpt en ook goed duidelijk kan maken wat je wil (vooral dat slokje water tussen de hapjes eten door is belangrijk, dat weten we ondertusen).

Ik herinner mij nog goed die onzekerheid toen ik stopte met borstvoeding geven en jij amper wilde drinken van de kunstvoeding, wat zijn we daar nu zo ver van verwijderd. Wat ben jij een wijs mensje geworden/aan het worden. Wat voel ik mij vereerd om dit alles vanaf de eerste rij te mogen meemaken. Wat ben ik blij dat ik je ‘s morgens toch nog eventjes als een klein baby’tje mag en kan vasthouden. Wat wordt mijn hart week wanneer je bij mij op de schoot kruipt om één van je vijf favoriete boekjes te ‘lezen’ (lees: hypersnel doorbladeren). Wat ben ik benieuwd naar alles wat jij ons nog zal laten zien en beleven.

Ga maar kleintje, groei, ge blijft toch voor altijd mijn baby, willen of niet. Wat is het fijn om u bij ons te hebben.

IMG_9076.JPG