LEDEBERGLOVE
Liefste Ledeberg,
Nog maar pas hebben wij elkaar leren kennen, een prille liefde. Ge weet hoe dat kan zijn, ontzettend schoon. En dat is het, nu al een maand lang. Een maand lang al, ben ik verliefd. Op uw sirenes die op elk moment van de dag langs razen, op uw zondagsmarkt, op het leven in uw straten. Op één of andere manier ben ik ook blij met de buren die ge mij gegeven hebt: aan de ene kant een familie waarvan ik nog altijd niet alle leden heb gezien, geloof ik. Aan de andere een aangename en jonge buurvrouw, die mij al op mijn kousenvoeten opving toen ik mezelf buitensloot terwijl ik de vuilbakken aan het buiten zetten was.
Ge moet wel weten, ’t was geen liefde op het eerste gezicht met mijn huis, zeker niet voor mijn lief. Maar kijk, we wonen hier nu en zijn daar ondertussen enorm gelukkig mee. De liefde groeide, terwijl ik dit weekend vanuit het drukke centrum terug naar u fietste, mijn nieuw lief. Terwijl ik in mijn trui, zonder jas, naar de bakker stapte, die ontzettend lekker brood bakt. Terwijl ik ook nog eens stopte bij de slager, 30 meter verder. Terwijl ik mijn overbuurvrouw in haar kamerjas ontmoette. Terwijl de wijkagente kwam vaststellen of wij hier effectief wonen.
Wat ge nog moet weten: wonen in het centrum van Gent was drie jaar lang het zaligste dat ik ooit had meegemaakt. Maar een goed lief verandert mee met u, en dat deed het centrum niet. Het centrum had geen plaats voor mijn auto, met parkeerzoektochten van meer dan een half uur als gevolg. Het centrum was heel druk op zaterdag, zo druk dat ik er van binnen bleef. Het centrum had studenten in de nacht, had afbrakwerken naast ons oren om 7 uur ’s ochtends. Het centrum was een slecht lief geworden…
Maar gij, gij zijt er voor mij. Ge moet weten, ik ben al tig keer verhuisd in mijn leven. Zoveel zelfs dat ik vreesde dat het mij niets zou doen, bij u komen wonen. Maar ik ben vastberaden om deze liefde te doen werken. Net omdat ik al zoveel ben verhuisd, wil ik het nu wel voelen. De band met een huis, de band met een buurt, de band met een ‘thuis’. En ik voel, het is al aan ’t werken. Voelt ge ’t ook?
Dus, liefste Ledeberg, ge maakt mij zò blij, dat wilde ik gewoon eventjes kwijt. Mijn lichtbak is er getuige van (en mijn Miley Cyrus muts ook).
Ik heb trouwens het gevoel dat deze liefdesbrief niet de laatste is, Ledeberg. Er bloeit iets schoons!